Wat er aan de oppervlakte van de oceaan drijft aan stukjes plastic is een graadmeter van de plasticsoep. Een nieuwe
studie toont met cijfers aan dat er steeds meer bijkomt, ondanks allerlei
initiatieven om deze vervuiling te voorkomen. Sinds 2005 is er zelfs sprake van een sterk stijgende trend.
Veel van die initiatieven om de plasticvervuiling op zee te stoppen zijn maatregelen die de industrie vrijwillig neemt. Dit blijkt dus niet effectief te zijn.
Microplastics zijn lastig om te meten
Microplastics die in de bovenste laag van de oceaan drijven, kun je met speciale sleepnetten uit het water halen. Hoe kleiner de maaswijdte van die netten, des te kleiner de stukjes plastic die je uit het water vist. Organisch materiaal moet van het plastic gescheiden worden en de stukjes moeten worden geteld. Door extrapolatie kun je berekenen hoeveel microplastics er drijven, bijvoorbeeld in een vierkante kilometer. Meet je op meerdere plekken en in de loop der jaren, dan kun je trends ontdekken. Dat is precies wat de nieuwe studie heeft gedaan. Er is op bijna 12.000 plekken in alle oceanen gemeten over een periode van veertig jaar, van 1979 tot 2019.
Veel onzekerheden
Dergelijk grootschalig onderzoek heeft te maken met verschillende onzekerheden, zoals wáár en wanneer en hoe vaak is bemonsterd. Ook maken de onderzoekers gebruik van verschillende eerder verrichte onderzoeken die verschillende meetmethoden hebben gebruikt en daardoor niet altijd even goed vergelijkbaar zijn. Daarom houden de onderzoekers een ruime marge aan in hun berekeningen. Het werkelijke aantal moet liggen tussen de 82.000 en 358.000 miljard microplastics. Bij elkaar zou het gaan om een gewicht van ongeveer 2,3 miljoen ton.
Gevaar voor de natuur
Het grootste gevaar is dat dieren microplastics inslikken. Juist aan de oppervlakte van de oceaan zoeken vissen, zeezoogdieren en ook vogels hun voedsel. Zelfs kleine organismen (zooplankton en microalgen) krijgen microplastics binnen. Deze organismen staan aan de basis van onze voedselketen waardoor microplastics uiteindelijk ook door de mens kunnen worden gegeten.
De kleinste microplastics, waaronder nanoplastics, kunnen niet gemeten worden. Die zijn potentieel het gevaarlijkst omdat ze het gemakkelijkst binnendringen in organismen, en op celniveau schade aan kunnen richten. Deze nanoplastics glippen dus letterlijk door de mazen van het net. We kunnen ze niet tellen, maar moeten er wel rekening mee houden.
Het is al erger dan de studie berekent
Algemeen wordt aangenomen dat ongeveer drie procent van de jaarlijkse plasticproductie door nalatigheid in de oceaan belandt. Het referentiejaar van de onderzoekers is 2019 en de plasticproductie is sinds 2019 toegenomen. Dat betekent dat het getal van 171.000 miljard een grote onderschatting zal zijn van de werkelijke mate van vervuiling op dit moment. Want tot 2023 is er veel te weinig gebeurd om het tij te keren.
De hoop is volgens de studie gevestigd dat het aangekondigde internationale plasticverdrag van de Verenigde Naties de productie van nieuw plastic aan banden legt.