In veel landen wordt plastic gedumpt op vuilnisbelten. Dat afval kan gebruikt worden als alternatieve brandstof. Multinationals investeren in toenemende mate in het afgraven van vuilnisbelten om hun beloftes omtrent plastic in te willigen. De cementindustrie is een dankbare afnemer en gebruikt de goedkope brandstof om minder kolen te hoeven stoken. Dit is geen ideale ontwikkeling.
Onderzoek van persbureau Reuters heeft negen samenwerkingsverbanden achterhaald die multinationals als Unilever, Nestlé, Coca-Cola en Colgate-Palmolive de afgelopen twee jaar met de cementindustrie in diverse landen hebben gesloten. Reuters legt het verschijnsel bloot en prikt mythes over recycling en inzameling door.
RDF, een herondekte energiebron
Het gaat om de herwaardering van een techniek die bekend staat als Refuse Derived Fuel (RDF). Haal eerst waardevolle materialen als glas en metaal uit het afval. Wat overblijft is een mengsel van plastic, biomassa en papier. Die massa heeft nog een bepaalde verbrandingswaarde en kan na te zijn gedroogd en verwerkt tot pellets als brandstof worden benut. De verbrandingsovens van de cementindustrie zijn een gewilde bestemming. Zo worden in één klap vuilnisbelten opgeruimd, wordt er energie opgewekt en bij de energie-intensieve cementproductie op kolen bespaard.
Unilever graaft afvalberg jakarta af
Unilever belooft dat het meer plastic verpakkingen zal inzamelen dan het verkoopt. Wat het concern daarmee voor ogen heeft, laat een project in Indonesië zien. De Bantar Gebang, een enorm grote afvalberg nabij Jakarta, wordt afgegraven. Het RDF wordt gebruikt door de cementovens van Solusi Bangun Indonesia op West Java. Eind 2020 werd het
contract getekend. Dit project levert een geschatte 1000 ton RDF per maand op, dat voor 80 tot 90% uit plastic bestaat. Volgens Reuters financiert Unilever een tweede RDF-project op Java, in Cilacap en ook voor de cementindustrie. Alle RDF telt mee voor Unilevers mondiale inzameldoelstelling.
Nestlé ‘plasticneutraal’ dankzij cementindustrie
In augustus 2020 tekende Nestlé Philippines een langdurig
contract met CEMEX Holdings Philippines om vuilnisbelten in de provincie Cebu af te graven. Het materiaal, vooral plastic, wordt ook daar als brandstof aan cementovens geleverd. Nestlé noemt het recycling en het afgegraven plastic telt mee voor Nestlé’s belofte om in 2025 alle plastic verpakkingen te recyclen. Een maand later al
kondigde Nestlé aan dat het in de Filippijnen meer plastic had opgehaald dan geproduceerd en daarmee ‘plasticneutraliteit’ had bereikt. Ook de grootste vuilnisbelt van Costa Rica wordt door Nestlé afgegraven. Daar
bereikte Nestlé Costa Rica ‘plasticneutraliteit’ in oktober 2020.
De keerzijde
Het lijkt een win-winsituatie, maar dat is het niet. De multinationals zullen onder het voorwendsel van inzamelen van plastic en het bereiken van recyclingdoelen en ‘plasticneutraliteit’ hun miljarden in plastic verpakte (mini)producten gewoon kunnen blijven verkopen. En er zijn meer bezwaren:
- Door het verbranden van plastic komen schadelijke stoffen, waaronder dioxines, in de lucht. De multinationals, daarnaar gevraagd door Reuters, hebben niet de vraag beantwoord in hoeverre de luchtvervuiling door hun projecten toeneemt.
- Het afgraven van vuilnisbelten zegt niets over de kans dat verpakkingen van de multinationals in het milieu terecht blijven komen. Hun bijdrage aan de plasticsoep zal voortduren.
- Het van de grond krijgen van echte recycling wordt bemoeilijkt als er een afzetmarkt bestaat in de vorm van RDF, en de cementindustrie wordt ervan afhankelijk.
Bantar Gebang is de naam van een stortplaats ten zuidoosten van Jakarta in het district Bekasi. Elke dag wordt daar 6000 ton afval gestort.